In het water gevallen: sparen voor je oude dag tijdens de Tachtigjarige Oorlog
Afgelopen maand haalden duizenden Grieken hun geld van de bank, uit vrees voor het instorten van het financiële systeem en een 'Grexit'. Zij bewaren hun geld nu goed verstopt in hun huizen, op een manier die eeuwen terug ook heel gebruikelijk was.
Getuigenissen uit de Tachtigjarige Oorlog
Twee getuigenissen uit de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog, opgesteld in 1574, bieden inzicht in het verstoppen van waardepapieren, en de daarbijbehorende risico's. Een jaar eerder, in 1573, maakte een vrouw genaamd Maritgen Keijsersdr. zich ernstige zorgen om haar bescheiden, die immers een gemakkelijke prooi voor plunderende soldaten zouden zijn. Zij verzocht een kennis, Gerard van Hogeveen, om op haar koffertje met brieven en contracten te letten. Gerard besloot dat het koffertje het veiligst zou zijn wanneer het in een ketel werd gestopt en begraven. Hij vroeg ene Gerrit Aelbrechtsz. om hem daarbij te helpen.
Waterschade
Volgens Gerrit's getuigenis had het tweetal een metselaar gevraagd om de ketel onder een schuur in Gerards achtertuin te begraven 'tot sulcken plaetse daer hij meende dat die voorsz. brieven alderdroochste staen souden'. Om schade te voorkomen werden koffertje en ketel ook nog eens in een houten krat gestopt - geen half werk dus. Echter, toen de schat enkele maanden later weer werd opgegraven bleek er een probleem te zijn. Gerard getuigde 'datter water int voorsz. coffertgen ende ketele was gecomen ende verscheijden brieven ende papieren deurdien gansselick waren bedurven ende eenige noch leesbaer waeren'. Hij had direct maatregelen genomen 'doende die natte brievenende papieren van malcanderen den voorsz. rentebrieff mede nat ende dat nae die te drogen geleijt'. Dit werd bevestigd door zijn compaan Gerrit, die bovendien stelde dat na het drogen bleek dat de wassen zegels vergaan waren en 'verscheijden brieven ende papieren nat versmacht vergaen ende meest al niet leesbaer te wesen'.
![](https://static.wixstatic.com/media/02fe14_669811a8979643c58fb6967be977b3df.jpg/v1/fill/w_500,h_375,al_c,q_80,enc_auto/02fe14_669811a8979643c58fb6967be977b3df.jpg)
Een appeltje voor de dorst
Ondanks pogingen de inhoud van het koffertje te laten drogen was het duidelijk dat de eigenaresse, Maritgen, in de problemen zat. Zij was van plan geweest met pensioen te gaan in één van de Leidse gasthuizen. Dit had zij willen bekostigen met één van de vergane financiële instrumenten. Maritgen verklaarde bovendien 'clagende dat zij van allen haere clederen ende moblen, mitsgaders eetbaerspijs bijden soldaten ende moescoppers berooft was'. Hierdoor was het voor de berooide vrouw nog dringender om met pensioen te gaan. Maar zonder de vergane financiële instrumenten zou zij nooit toegelaten worden in een gasthuis.
Een dame in nood
Gelukkig wierp Gerard zich op als redder in nood. Hij reisde naar Dordrecht, waar het vergane financiële instrument was uitgegeven, om daar aan het stadsbestuur om een copie te vragen. Aangezien lokale overheden verplicht waren alle financiële instrumenten te registreren die waren uitgegeven binnen hun jurisdictie, was het in theorie inderdaad mogelijk een copie te vragen in het geval een contract door diefstal, brand of waterschade verloren was gegaan. Gerard slaagde er echter niet in Dordrecht te bereiken: de stad was van de buitenwereld afgesloten door oorlogsactiviteiten.
Schatbegraven
Hoe dit verhaal afloopt is onbekend. Wel bieden de getuigenissen verhelderende inzichten in het schatbegraven: het onder de grond verstoppen van geld, brieven en andere waardevolle zaken. De twee mannen die waren aangezocht om Maritgen's spullen te bewaren, namen hun taak zeer serieus en namen zelfs een metselaar in de arm om er zeker van te zijn dat de schatbegraving goed zou worden uitgevoerd. De getuigenissen laten ook zien dat in geval van schade, in dit geval door water, het mogelijk was een copie van het contract te ontvangen. Tenslotte blijkt uit dit relaas ook hoe Maritgen zich had voorbereid op haar oude dag, door een financiëel instrument achter de hand te houden waarmee zij haar pensionering in een gasthuis kon bekostigen.
Gebaseerd op een post in een Cartularium van het Leidse St. Catharinagasthuis, uitgegeven door A. van der Tuijn, beschikbaar via www.hogenda.nl.