top of page

Het oudste stadsgezicht van Leiden, ca. 1522?


Stadsgezicht van Leiden, ca. 1522.


Hier zien we één van de oudste, zoniet hét oudste, stadsgezicht dat is overgeleverd van Leiden. Het is een schetsmatige impressie, die de stad vanuit het zuidwesten toont. De waterpoort aan de rechterkant is de Koepoort, waar de Vliet de stad binnenkomt. Links zien we een andere poort, waarschijnlijk de Witte- of Haagpoort aan de huidige Haagweg. Nog verder naar links zien we misschien het klooster Sint-Hiëronymusdal. Verder is het lastig om andere gebouwen aan te duiden. De kerktoren links van het midden zal die van de Vrouwekerk zijn met rechts daarnaast, op de vouw, de Pieterskerk – zonder toren want die was in 1512 ingestort. Dat het stadsgezicht ná 1512 werd getekend, is niet alleen waarschijnlijk vanwege de afwezigheid van de toren van Leiden’s oudste kerk. Op de achterkant van de kaart staat het jaartal 1522 genoteerd. Dat zegt op zich natuurlijk niet zoveel, we weten immers niet wie die datering heeft aangebracht: de maker of iemand anders? Toch lijkt een datering in de eerste helft van de zestiende eeuw niet gek: de kaart toont overeenkomsten met de vroegste kaarten van Hollandse landmeters die zijn overgeleverd uit deze periode.


De bovenkant van de kaart toont de loop van de Oude Rijn


Het stadsgezicht staat op een kaart die in het Stadsarchief Delft wordt bewaard. Het is een wat primitieve kaart waarop de Oude Rijn staat afgebeeld, die aan de rechterzijde bij het kasteel Zwieten, in Zoeterwoude, de afbeelding binnenkomt en uitmondt in Katwijk. Aan de noordoever staan verder Leiderdorp, Rijnsburg en – abusievelijk – Wassenaar afgebeeld. Ten zuiden van de Oude Rijn zien we Zoeterwoude, Wilsveen, de dam bij Leidschendam, aan de Vliet en Pijnacker, dat in Delfland lag. Het lijkt een typische zestiende eeuwse kaart, getekend door een landmeter in opdracht van één of ander overheidsorgaan. De afbeelding van vier herbergen aan de oever van de Roomburgerwetering, die werden uitgebaat door ene Lambrecht, Jacob Cornelisz., Cornelis en Aelbrecht, lijkt te suggereren dat het daarom te doen was. Er was een hoogoplopend conflict tussen de dorpen Zoeterwoude en Leiderdorp aan de ene kant en de stad Leiden aan de andere kant over tapperijen. Het stadsbestuur was van mening dat er sprake was van oneerlijke concurrentie, omdat bier op het platteland niet werd belast met de stedelijke accijns. De magistraat vreesde dat inwoners net buiten de stadsmuren massaal tax-free bier dronken en dat de stad daardoor belastinginkomsten misliep. Om drinkebroers zoveel mogelijk te ontmoedigen, probeerde Leiden de herbergen zover van de stad te houden als mogelijk was. In dat verband werden er regelmatig rechtzaken gevoerd tussen de stad en de omringende dorpen, die hun tappers bijstonden. Moeten we de kaart in deze context plaatsen? En zo ja, wie gaf de opdracht om de vier tapperijen af te beelding op een kaart van het gebied ten zuiden van de Rijn?


Herberg van Jacob Cornelisz., tapper


Vragen te over dus. Maar hoe dan ook lijkt dit één van de vroegste afbeeldingen van de Sleutelstad te zijn. Als we de datering rond 1522 accepteren, zien we de stad hier ongeveer op hetzelfde moment dat Cornelis Engebrechtsz. delen van de Leidse binnenstad afbeeldde. Diens portret van Cornelia Pietersdr. uit 1518 toont de geportretteerde aan een raam dat uitkijkt over het Gangetje. Het pendant toont haar man Dirck Ottens Meerburg met rechtsachter een afbeelding van diens brouwerij in Leiden. Ons stadsgezicht is misschien minder verfijnd, maar staat ons wel toe een blik te werpen op de laatmiddeleeuwse stad, voordat deze door de latere aanleg van verdedigingswerken en stadsuitbreidingen voorgoed uit zicht verdween.

Cornelis Engebrechtsz., portret van Cornelia Pietersdr. en Dirck Ottensz. Meerburg, 1518, Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.


De volledige kaart is beschikbaar op de website van het Stadsarchief Delft.

Comments


bottom of page